Droomgedicht - Katja Logtenberg -Van der Werf
Haar dromen bleven achter in de verwoeste stad
Net als het lichaam van haar man, haar geliefde schat
Met al haar bezittingen in één grote tas,
Liep ze langs een ruïne, eens haar schoolklas
Och wat had ze als meisje prachtige dromen
Ze had nooit verwacht dat ze zo ver zou komen
Ze trouwde, werd moeder, maar ook advocaat
Wat was ze gelukkig, zoals dat soms gaat
Ze genoot volop van het leven
Totdat de bommen de grond onder haar voeten lieten beven
Niets was meer zoals het ooit was
Ze was niet meer het pienterste meisje uit de klas
Ze was gedwongen haar geliefde land te verlaten
En ze zou nooit meer met haar echtgenoot praten
Een barre tocht over land en zee
Haar oude dromen konden niet met haar mee
Uiteindelijk volgde veiligheid in een ander land
Op deze plek had ze met niemand een echte band
Zij kende de gewoontes niet
En in haar huisde een immens verdriet
Zij was echter een buitengewone vrouw
Die nooit zomaar opgeven zou
Ze leerde de taal en vond er een tweede thuis
Plukte wat bloemen voor in haar nieuwe huis
Dit land had andere regels en wetten
Dus haar carrière moest ze aan de kant zetten
Ze ademde diep, nam een hap koude lucht
En dacht weer terug aan haar barre vlucht
Ze was nu zo ver gekomen
Het was tijd voor nieuwe dromen
Een glimlach brak door op haar gezicht
En ze schreef een ontroerend gedicht
In haar net geleerde tweede taal
Ze kan het, zij kan het allemaal
Voor alle prachtige, moedige statushouders